De centen van Hove

De gemeenteraad van december is traditioneel het moment om over de centen te praten. De bestuursploeg legt dan de begroting op tafel voor het volgende jaar. In Hove kenden we tot in de vorige legislatuur nog nachtelijke sessies waarin meerderheid en oppositie elkaar bestookten. Met de invoering van de beleids -en beheerscyclus en de recente oprichting van een gemeenteraadscommissie financiën is er op bestuurlijk vlak gelukkig veel verbeterd en kan het veel scherper over de inhoud gaan. Al blijft het vaak een technisch en boekhoudkundig gegeven zo een meerjarenplan.

Toch bracht de laatste gemeenteraad van 2020 na heel wat corona-gerelateerde bestuurszorgen ook nog eens een echt debat op gang. Eentje waarin de meningen tussen de bestuursmeerderheid en de collega’s op de oppositiebanken erg uiteen lagen. Het is evident de taak als oppositie “to oppose”, maar brandhout maken van een meerjarenplanning die in balans is, met een gunstige autofinanciering, een buffer in kas, een afnemende schuldgraad (Hove is zowat de laagste van de provincie) en geen nieuwe belastingen was onnodig.

Het venijn zat hem dus in de staart van het jaar. Want los van de technische evenwichten ging het echte debat over drie erg nodige en betaalbare projecten voor Hove. De grote hap uit ons investeringsbudget. We kregen de collega’s niet overtuigd over de uitbreiding en modernisering van het gemeentehuis, een nieuwe kunstacademie en hernieuwde jeugdlokalen om deze meerjarenplanwijziging (cfr. begroting) mee goed te keuren. De volgende maanden zal ik deze drie projecten hier één voor één wat meer tegen het licht te houden.

Delen, liken, tweeten?